De Zorgsector op een kruispunt

 Terug

De beslissing van veel zorginstellingen om te stoppen met het inzetten van zelfstandige zorgverleners is een onderwerp dat de laatste tijd veel discussie oproept. Deze beleidswijziging heeft niet alleen directe gevolgen voor de flexibiliteit van de zorgverlening, maar leidt in sommige gevallen ook tot het afschalen van zorg. Als dat het gevolg is van de handhaving op de wet DBA moeten we ons met zijn allen sterk gaan afvragen of dat wel de bedoeling was.

Waarom stoppen met zelfstandige zorgverleners?

Zorginstellingen wijzen vaak op de hoge kosten van zelfstandige zorgverleners en het vermeende gebrek aan continuïteit als redenen om hen niet langer in te zetten. Het inhuren van zelfstandige zorgverleners is vaak duurder dan het in dienst hebben van vaste medewerkers. Daarnaast wordt vaak gezegd dat zelfstandige zorgverleners minder binding hebben met de organisatie, wat zou kunnen leiden tot een minder hechte teamdynamiek en minder consistentie in de zorgverlening.

Hoewel deze argumenten hout kunnen snijden, is het ook belangrijk om te kijken naar de bredere context. De zorgsector kampt al jaren met een chronisch personeelstekort. Het schrappen van zzp’ers als oplossing kan daardoor onbedoeld averechts werken.

Impact van uitzendkrachten

Naast zelfstandige zorgverleners maken zorginstellingen vaak gebruik van uitzendkrachten om gaten in de planning op te vullen. Hoewel uitzendkrachten een tijdelijke oplossing kunnen bieden, zijn ook hier aanzienlijke kosten aan verbonden. De kosten stijgen gemiddeld met 40 procent. Deze hele wet vormt nu, hopelijk toch onbedoeld, een instrument voor bemiddelaars om nog veel meer geld te verdienen aan de zorg dan al werd gedaan. Uitzendbureaus rekenen doorgaans een hogere vergoeding dan het salaris van vaste medewerkers, en dit kan een flinke financiële druk leggen op zorgorganisaties. Bovendien ontbreekt het bij uitzendkrachten vaak aan dezelfde mate van binding met de organisatie als bij zelfstandige zorgverleners, waardoor de continuïteit van zorg wederom onder druk komt te staan.

Financieel gezien is de inzet van uitzendkrachten op de lange termijn vaak minder houdbaar. Terwijl zelfstandigen in sommige gevallen hun tarieven kunnen aanpassen aan specifieke situaties, zijn de kosten van uitzendkrachten doorgaans vastgelegd in contracten met uitzendbureaus. Dit maakt het moeilijker om flexibel in te spelen op veranderende omstandigheden, zoals budgetbeperkingen of fluctuaties in zorgvraag. Daarom hebben wij als coöperatie Zorg&Co maanden geleden een model bedacht waarbij onze ruim 600 leden wel gewoon kunnen blijven werken als zelfstandige zorgverleners. Waarbij de kosten voor de zorgorganisaties amper stijgen en zij wel de juridische en fiscale zekerheden hebben. Gelukkig zien veel van onze partners dit ook, maar toch zijn er ook genoeg die zwichten voor de druk van buitenaf.

Afschaling van zorg: een onvermijdelijk gevolg?

Het vermijden of uitsluiten van zelfstandige zorgverleners leidt juist tot een situatie waarbij de zorg wordt afgeschaald, terwijl er goede professionele zorgverleners aan de zijkant staan. De rekening van de wet DBA wordt hiermee door zorginstellingen gelegd bij de client, want krijgt minder zorg, en het personeel in loondienst dat te maken krijgt met een veel hogere werkdruk. Dat leidt op termijn weer op uitval en daardoor wordt het personeelstekort nog nijpender. Dit kan zich uiten in langere wachttijden, het sluiten van afdelingen of een verminderde kwaliteit van zorg. Dat is wat we nu al hebben gelezen vanuit diverse hoeken.

De gevolgen hiervan zijn verstrekkend. Cliënten krijgen niet de zorg die ze nodig hebben, wat kan leiden tot verslechtering van hun gezondheid en een verhoogde druk op andere zorgsystemen, zoals de acute zorg. En wat als de druk uiteindelijk te hoog wordt? Zijn dan de zelfstandige zorgverleners wel weer goed genoeg?

De lange termijn: een vicieuze cirkel?

Het afschalen van zorg heeft niet alleen directe gevolgen, maar kan ook leiden tot structurele problemen op de lange termijn. Een zorgsector die haar cliënten niet adequaat kan bedienen, verliest aan vertrouwen. Dit kan ertoe leiden dat minder mensen kiezen voor een loopbaan in de zorg, waardoor het personeelstekort verder toeneemt.

Daarnaast vormt de beperking een obstakel voor zorgverleners die bewust kiezen voor de flexibiliteit en autonomie die het ondernemerschap biedt. Door deze groep uit te sluiten, kan de sector zichzelf beroven van een waardevolle bron van expertise en ervaring.

Hoe nu verder?

De keuze om hen niet langer in te zetten, lijkt op het eerste gezicht een oplossing voor de problemen in de zorg, maar brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Een betere aanpak zou zijn om te kijken naar manieren waarop zelfstandigen, uitzendkrachten en vaste medewerkers elkaar kunnen aanvullen. Denk bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van hybride modellen, waarin zij op flexibele basis worden ingezet zonder dat dit de continuïteit van de zorg schaadt.

Daarnaast is het essentieel dat de overheid en zorginstellingen gezamenlijk investeren in een structurele oplossing voor het personeelstekort. Dit kan door het vak aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld via betere arbeidsvoorwaarden, meer opleidingsmogelijkheden en een gezondere werkdruk.

De zorgsector staat op een kruispunt. Het is van cruciaal belang dat beleidsmakers en zorginstellingen niet alleen kijken naar de korte termijn, maar ook naar de langetermijngevolgen van hun beslissingen. Alleen dan kunnen we een zorgsysteem bouwen dat duurzaam, flexibel en toegankelijk is voor iedereen.

 

Deel dit artikel
3 min. lezen       27 januari 2025
ZORG&CO